Onthulling gedenktekens Gijsbrecht Voetius en Jacob van Eijck.

Zaterdag 26 september 2009. Tijdens het programma '40 jaar restauratie Heusden-Vesting' heeft het gemeentebestuur vorig jaar, 2008, besloten om twee in het oog springende personen uit de bloeiperiode van de Heusdense geschiedenis, de bekende predikant Gijsbrecht Voetius en beiaardier en blokfluitist Jacob van Eijck met een gedenkteken te eren.
Voetius werd geboren op 3 maart 1589 in Heusden, oorspronkelijk als Gijsbert Voet en stierf in Utrecht op 1 november 1676. Voetius is bekend als belangrijk theoloog, hoogleraar en predikant van gereformeerde huize. Hij werd vooral bekend als eerste hoogleraar van de Universiteit van Utrecht. Zijn grootvader, Nicolaas Dirksz Voet was burgemeester van Heusden. Zij eigen vader stierf toen Gijsbrecht 8 jaar oud was. Voetius oefende een vérstrekkende invloed uit op de leer en het leven van de gereformeerde kerk en werd daarom vaak de "Utrechtse" paus genoemd.
Jacob van Eijck werd eveneens in Heusden geboren (ca. 1590) als kind van adellijke ouders en was vanaf zijn geboorte blind. Hierdoor ontwikkelde hij een buitengewoon fijnzinnig gehoor dat hij combineerde met zijn muzikale talent. Van Eijck ontwikkelde zich in Heusden als klokkendeskundige en beiaardier. In 1623 werd hij gevraagd om advies uit te brengen voor de verbetering van de beiaard van de Domtoren in Utrecht. In 1625 werd Jacob benoemd tot beiaardier van de Dom. In 1628 werd hij directeur van de klokkenwerking in Utrecht. In zijn vrije tijd was van Eijck ook een begenadigd blokfluitist. In 1644 publiceerde hij zijn wereldberoemde blokfluitcomposities onder de naam "Der Fluyten Lust-hof".
Van Eijck en Voetius waren tijdgenoten en zullen elkaar ongetwijfeld gekend hebben, maar hierover is niets bekend. Gelet op het belang van deze twee mensen voor de Heusdense geschiedenis heeft het gemeentebestuur besloten om deze bijzonder getalenteerde mensen te eren met een gedenkteken, elk op een wijze die recht doet aan hun persoonlijkheid. Voor Voetius is een gevelsteen ontworpen met daarin het familiewapen, een bronzen voet met daaraan toegevoegd een gedicht van Van Oudenhoven (17e eeuwse dichter). De gevelsteen is bevestigd aan de voorzijde van de Grote Kerk (Catharijne kerk). Voor van Eijck is gekozen voor een bronzen plaquette met daarin de contouren van de vesting, die tevens in braille is uitgevoerd. Hierdoor is de omvang van de vesting "zichtbaar" voor zowel zienden als blinden. De plaquette is geplaatst op een sokkel, die aan de kop van het stadhuis (onder het carillon) is geplaatst.

©2009 Dick Buskermolen