Op 4 november 2019 is het precies 75 jaar geleden dat de Duitsers onaangekondigd de toren van het stadhuis opbliezen. Ze wilden verhinderen dat de geallieerden het gebouw konden gebruiken als uitkijkpost. In de kelder van het stadhuis hadden zich op dat moment tweehonderd Heusdenaren verscholen voor de vuurgevechten tussen Duitsers en de oprukkende geallieerden. Toen het hele stadhuis instortte, kwamen 134 mannen, vrouwen en veel kinderen om. Dit jaar werd er uitgebreid stil gestaan bij de stadhuisramp.
De herdenking vond vanaf 19:00 uur plaats in de Grote kerk.
Er werd een toespraak door o.a. Burgemeester Willemijn van Hees en John Leddy gehouden en droegen leerlingen van groep acht van de Johannes Pauluschool de adoptie van de steen bij het monument bij het stadhuis aan groep zeven over. Het Heusdens Mannenkoor verzorgde enkele optredens.
Hierna liep men gezamenlijk vanuit de kerk naar de gedenksteen, waar vanaf ongeveer 20:00 uur de ceremonie verder voltrokken werd. Vanuit de kerk werden in totaal 134 kaarsjes meegedragen, door leerlingen van de Johannes Paulusschool en de andere aanwezigen, welke na de kranslegging om de gedenksteen geplaatst werden.

In de nacht van maandag 4 op dinsdag 5 november werd er een stille tocht gehouden. Ter nagedachtenis aan de 134 slachtoffers droegen de deelnemers 134 LED-kaarsen. Tevens luidde de kerkklok van de Catharijnekerk om 02.20 uur precies 134 seconden lang. Een seconde voor ieder slachtoffer. Dat is precies het moment dat 75 jaar geleden het stadhuis werd opgeblazen.