Nanda van Alebeek

Gerard Akerboom

Jos van der Wedden, met hieronder 2 gedichten van haar

Ben ik de dijk, het zand, de waard en het strand
het slijk, de prut en 't wuivend riet

Ben ik het water, de stroom,
de geul en de bedding
de beek, de plas en de snelle vliet

Ben ik de strekdam, de kade
de oever en de wal
het kanaal, de vaart en de koude kil

Ben ik de sleuf, de sloot,
de beek en de vloed
het strand, het droge en het natte

Ben ik het een en jij het ander ?
Ben jij soms wat ik ben en ben ik jou
Zijn wij somtijds elkander ?

Ode aan de oevers

Varend over Neerlands waat’ren
Zie ik eindeloze oevers
Van elkaar gescheiden
Door kanalen en rivieren
Links en rechts en links
Uiterwaarden en alom dijken
Langs dorpen en polders
Oevers om graag te zijn
Om  steeds weer terug te keren.

Dwalend langs de dijken
Zie ik het stijgende water
Begaan met wat verdreven wordt
Wachtend op beet’re tijden
Ree en rat zoekt hogerop
wat in het water is verdwenen
Oevers om van te houden
om  steeds weer terug te keren.

Struinend in de uiterwaarden
Zie ik uitheemse planten bloeien
Meegekomen met schip en schuit
Stenen, kiezels, schelpen
Zand en klei werd afgezet
Aarzelend begin van nieuw leven
Samen met piepend vogelgeluid
En sporen van ongedierte.

Oevers om aan te leven
om steeds weer terug te keren.

Anneke Klein

Marja Ros

Renée Wolters

Annemoon Mulder

Josien Schouten

Nadja Spooren

Joris Baudoin