Elshout

Elshout is al zeer oud: voor het eerst komt de naam voor in een geschrift van het jaar 722 en de naam wordt dan geschreven als "Elisholz". In 1316 wordt dit Elshoute en vanaf 1339 Elshout. Het ontstaan van Oudheusden en Elshout voert ons terug naar de zevende eeuw: het wordt als één van de oudste parochies van Noord-Brabant genoemd, eerst onder het bisdom Utrecht, later onder het bisdom Den Bosch. De eerste kerk moet in het jaar 696 zijn ingewijd door de H.Suitbertus.
Tengevolge van de Elisabethsvloed in 1421 heeft de hele omgeving veel schade geleden. Men heeft toen de Zeedijk aangelegd ter bescherming tegen eventuele overstromingen. Tijdens de strijd tussen de Watergeuzen en de Spanjaarden is de kerk in 1579 platgebrand. In 1672 is de tijd van verdrukking voorbij: in iedere stad mocht weer een katholieke kerk zijn.
In 1805 werd Martinus Beckers benoemd tot pastoor van Elshout. Hij had een nieuw reglement gemaakt voor het kerkkoor en in dat reglement stond, dat de inwoners van de Wolfshoek en de Scheet lid zouden mogen zijn, mits zij zich zouden voegen naar het reglement. In die tijd waren de huizen vooral rond de kerk gegroepeerd: de Wolfshoek en de Scheet waren eigenlijk zelfstandige gehuchten en ze vielen onder de gemeente Drunen.
Op 31 januari 1809 brak de Zeedijk door op twee plaatsen en daags daarna de Maasdijk. Heel Elshout liep onder water: gelukkig bleven mens en dier gespaard. De schade was f 45.000,= waarvan Elshout f 10.000,= zelf moest betalen. Op 24 april 1809 bracht koning Lodewijk Napolean een bezoek aan Elshout.
In 1815 werd tot burgemeester aangesteld H.Tullens, molenaar in den Elshout en op 6 oktober 1817 droegen twee priesters van de Abdij van Berne in Elshout hun eerste H.Mis op: Cornelius van Sluysveld, geboren op de Schyding oft de Scheet en Johannes Klijn, geboren in de Wolfshoek.
Na de "Franse" tijd ontwikkelt Elshout zich tot een dorp van enige omvang. De gemeente krijgt in 1817 een eigen officieel gemeentewapen.
In 1817 wordt Elshout getroffen door een zware storm, waarbij onder andere de kerk ernstig wordt beschadigd. In de jaren 1878-1879 wordt dan een geheel nieuwe kerk gebouwd. Rond 1900 telt Elshout circa 800 inwoners
De crisisjaren 1930-1935 waren voor de bewoners een beproeving. De daarop volgende oorlogsjaren brachten de ontwikkeling helemaal tot stilstand. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling werd de gemeente Oudheusden, Elshout en Hulten in 1935 opgeheven en werden Elshout en Hulten aan de gemeente Drunen toegevoegd. Een aantal inwoners van de Wolfshoek en de Scheidingstraat gingen in Drunen naar de kerk en rekenden zich al tot Drunen. Er waren ook inwoners die in Elshout kerkten en die zich daarom tot Elshout rekenden. Op 30 september 1945 werden de parochies opnieuw ingedeeld: Oudheusden ging bij Heusden horen; Hulten bij Drunen en de Wolfshoek, die eerst onder Drunen viel, behoorde nu bij de parochie Elshout.
Bij de bevrijding in 1944 heeft Elshout heel wat geleden van het oorlogsgeweld. Door de ontberingen en de geleden oorlogsschade ontstond een intensieve samenwerking: iedereen hielp elkaar waar dat nodig was. Zo ontstond een hechte samenwerking en werd de basis gelegd voor een echte buurtschap.

't Haike

De buurt (Wolfshoek) kenmerkt zich door een typische kern-bebouwing. Dit geldt voor de meeste Brabantse dorpen: een centrum waar omheen bewoning ontstaat. Het centrum van de buurt was het kruispunt waar Wolfshoek, Scheidingstraat, d'Oultremontweg en 't Haike bij elkaar kwamen. Officieel hoorden de woningen van 't Haike tot de Wolfshoek, maar in de buurt werd deze weg als een aparte straat gezien. De naam is afgeleid van het achterliggende gebied dat de Korte Hei heette. Op dit kruispunt stond de waterpomp en een huisje met brandblusmiddelen. Vanzelfsprekend waren dus ook de belangrijkste gebouwen, zoals de school en winkels in dit centrum gelegen. In 1958 ontstonden er plannen om de snelweg A-59 (Maasroute) aan te leggen. Deze plannen waren een catastrofe voor het centrum van de buurt, want juist over een belangrijk deel van dit kruispunt werd de nieuwe weg geprojecteerd. De buurt was zeer geschokt door deze plannen van hogerhand en heeft zich hier, zolang dit mogelijk was, met man en macht tegen verzet. Uiteindelijk heeft de hele en onteigening ruim tien jaar in beslag genomen en toen Jos de Wit als één van de laatste bewoners in januari 1967 vertrok, waren de fundamenten voor opritten al tegen zijn woning aangelegd. In totaal verdwenen er zestien woningen uit onze buurt en een hele straat: 't Haike. Op 't Haike woonden destijds: Bertus Lommers, Theo van Delft (bakker/winkel), André Klerks, Marien Mimpen,Marie Schei, Jos van Peerkes (Jos vd Wiel), Dorus Jehoel (voormalige school). Aan de Wolfshoek verdwenen resp.: Pietje van de Wiel (aan zandpad), Fons Reijnen, Bertus van Engelen (elektr. winkel), Jos de Wit (winkel/assurantie), Pietje Biekens. In de Veilingstraat voorbij Gerard van Hulten zijn gesloopt de huizen van Jan Jehoel, Marie van Hulten, 't Witje (spoorhuis-Stationsstraat). Ook het spoorhuis aan de Badhuisstraat, dat toen is verdwenen, behoorde tot de buurt. Na het aanleggen van de A-59 werden wederom de parochie-grenzen opnieuw vastgesteld: de Maasroute vormde de zuidgrens, de snelweg naar Heusden de oostgrens. Hierdoor behoorde nu bijna de hele buurt bij de parochie Elshout.

Veilingstraat

Deze straat dankt zijn naam aan de veiling die daar vanaf 1921 tot 1969 was gevestigd. De veiling was belangrijk in de buurt: de tuinders konden op korte afstand van de kwekerij hun produkten laten veilen en de veiling bracht uiteraard werkgelegenheid met zich mee. Ook was het spoorwegstation Drunen-Heusden aan de veilingstraat gelegen. Tot 1950 vond er personenvervoer plaats. Daarna is de spoorweg, die bekend stond als het Halve Zolen-lijntje, uitsluitend nog voor goederenvervoer gebruikt. In 1967 kwam ook daar een einde aan en zijn de stationsgebouwen bij de aanleg van de A-59 gesloopt. Recht tegenover het station in noordelijke richting is een voetpad ontstaan, waaraan een drietal woningen gebouwd zijn. Deze woningen waren bereikbaar vanaf de Veilingstraat, over het erf van Cees Brok. Bij de renovatie van de Scheidingstraat werd dit pad ook vanuit deze straat toegankelijk. Aan de Veilingstraat nr. 16 was de winkel van Willem de Kruijf gevestigd, waar alles te koop was behalve levensmiddelen. Tevens was tot 1956 het stations-koffiehuis in het huidige pand van Cees Brok gevestigd, waar na afloop van de groenteveiling onder het genot van een borrel nog veel werd nagepraat over de prijzen/opbrengsten.

Scheidingstraat

De Scheidingstraat kennen we als "de Scheet". Wie denkt dat dit een bijnaam is, komt bedrogen uit, want op oude landkaarten van P.H.Witkamp uit 1868 komt de naam "Scheet" al voor. Parallel aan de straat liep een sloot: schei-loop genoemd. In 1978 heeft de Scheidingstraat een enorme gedaanteverwisseling ondergaan. De sloot werd gedempt, omdat de woningen op het openbaar riool werden aangesloten. Ook zijn toen de statige bomen gerooid, behalve bij Theodorus Wolfs. Daar waren ze pas in 1985 aan de beurt, toen Ass. kantoor Van den Hoven zich daar vestigde. De Scheet eindigde vroeger in een voetpad dat bij de Onze Lieve Vrouwekapel aan de Kapelstraat uitkwam. Voorbij Theodorus Wolfs liep het Scheetspaike om toch via de kortste weg naar de kerk te kunnen gaan. Pas in 1964 is op dit voetpad de Th.J.Rijkenstraat aangelegd. Het meest markante gebouw aan de Scheidingstraat is huisnr. 1: de "oude" veiling. Nadat de veiling verhuisd was, heeft de Heer A.Nieuwkoop hier lange tijd een aardappel-groothandel in gedreven. De laatste jaren worden de gebouwen als opslagruimte door diverse bedrijven gehuurd. Iets over de naam Scheidingstraat. In oude oorkondes vormde -tot de invoering van het kadaster- de Scheiding(sloot) de grens tussen twee gemeenten. Bekijken we oude kaarten, dan komt de naam voor als Schey, Scheiding, Scheet en Scheysloot. De waterloop "de Scheijding" vormde de scheiding tussen twee gebieden, want de gemeente Oud-Heusden, Elshout en Hulten behoorde tot 1789 tot Holland, terwijl Drunen tot de provincie Brabant behoorde. De waterloop was dus de provinciegrens tussen Brabant en Holland. Tijdens de Franse bezetting is hier verandering in gekomen, omdat men vond dat de Maas beter als grens herkenbaar was. In 1934 kwam een gemeentelijke herindeling tot stand en vanaf 1935 is Elshout bij de gemeente Drunen gevoegd.

Wolfshoek

De Wolfshoek was de belangrijkste verbindingsweg tussen Drunen en Heusden. Dit blijkt onder andere uit het feit dat tot 1934 over deze weg de trambaan naar Heusden liep. De buurt eindigde in het begin bij de molen De Vooruitgang van de familie Rombouts. Het sfeerbepalende beeld van deze molen is uit de straat verdwenen in 1951, toen de molen werd afgebroken. Op de plaats van de molen en tot aan de Heusdenseweg werd het toegestaan om woningbouw te plegen en binnen een aantal jaren werden er twaalf woningen gebouwd. Dit gedeelte van de Wolfshoek staat bekend als "de Meulensticht". Een aantal bewoners van 't Haike vond hier een nieuw onderkomen. Op 13 mei 1957 vond er op de Wolfshoek 34 de officiéele opening plaats van de vernieuwde stierenstal van de K.I.-vereniging "Drunen-Elshout en omstreken". Zeven stieren stonden ter beschikking, waaronder diverse kampioenen van Noord-Brabant zoals Tom, Liza's Doel en Maria 4's Hendriks. Niet alleen veeteelt was een belangrijke bron van inkomsten, maar alles wat met de agrarische sector te maken had, ontwikkelde zich in de Wolfshoek. Jarenlang is Landbouwmechanisatiebedrijf Jan Klijn actief geweest en Oerlemans Agro-producten was een bekende toeleverancier in deze branche. Tussen deze twee bedrijven heeft kwekerij Gebr. Jonkers een voor Nederland uniek project gerealiseerd: het recirculeren van gietwater voor de plantenteelt.

De Bosschen

Aan deze weg staan slechts twee woningen, die voor de aanleg van de A-59 in Drunen aan de Kasteeldreef uitkwam.


Lied over afbraak molen

Honderd jaar heeft hij gemaold
Wie heeft er geen meel gehaold
't Malen was er heel goedkoop
Voor een handje rooie loop.
Dag en nacht kon mem terecht
bij den mulder en zijn knecht.
In den oorlog mee de mof
dee tie 't goed, en of !

refrein:
Elshoutse meulen, waorom moeste weg
Trots van ons dorpke, 't is toch jammer zeg
Elshoutse meulen, ge zèt nit gegaon
Mèr in gedachte zien we jou nog staon.

Kinde mulder Rombouts nog
Toon en Joskes dik en log.
Was dè nie een aordig stel
mijn docht zo van wel.
Hoe Toontje ree mee zunne Ford
en Joske mee de zakken sjort.
Op de haai en op de Scheet
werkten ze zich in 't zweet.

Mèr aan 't einde van dit lied
staren w' allen vol verdriet
naar de molen van weleer
't Afscheid doet ons zeer.
Ach, in dees moderne tijd
raak je heel wat dingen kwijt,
waar je hart soms pijn van doet
maar helaas, het moet.


Elshouts wonderbare Moeder

Elshouts wonderbare Moeder gij zijt waard ons schoonste lied.
Smeek voor ons de Albehoeder, wonderbaarder is er niet.

Nimmer, onze lieve Vrouwe, ging men ledig van hier heen.
Wond’ren volgden ’t zoet vertrouwen, daar waar hoop verloren scheen.

Refrein:
Lieve Vrouwe, wij vertrouwen,
Wonderbare, wees gegroet.
Zegenrijke, Glorierijke,
spreek voor ons bij Jezus goed.

Troost de zondaars die hier knielen, tranen schreiend van berouw.
Stort hun blijdschap in de zielen, door uw goedheid, lieve Vrouw.

Als een kind aan moeders zijde, smeken wij uw bijstand af.
Lieve Moeder blijf ons leiden, aan uw hand tot aan ons graf.

Refrein:
Lieve Vrouwe, wij vertrouwen,
Wonderbare, wees gegroet.
Zegenrijke, Glorierijke,
spreek voor ons bij Jezus goed.