Heesbeens Toneel: ‘Onrust in het rusthuis’

Vrijdag 29 januari 2010. Het Heesbeens Toneel in het Dorpshuis in Heesbeen speelde zaterdag 16 januari de eerste uitvoering van het blijspel ‘Onrust in het rusthuis’ over een seniorenhuis met een gepensioneerde vrijgezelle boer en een simpele landarbeider.
Al meer dan 25 jaar wordt er in het Dorpshuis in Heesbeen toneel gespeeld; het is één van de belangrijke activiteiten van de Dorpsvereniging Doeveren Heesbeen. Martinus Buijs is voorzitter van deze vereniging.’ Zelf speelt hij niet mee in ‘Onrust in het rusthuis’; hij heeft alleen een representatieve functie. “Het is een traditie met nog steeds toenemende belangstelling en succes”, vertelt Martinus. “De keuze voor dit blijspel, van auteur Henk Roede, werd in het voorjaar van 2009 nog gemaakt door onze vorige regisseur, Ida van der Bijl. Door omstandigheden wordt zij tijdelijk vakkundig vervangen door Annette Wassink. Het moest in ieder geval een vrolijk stuk zijn waarbij veel gelachen kan worden. Daarbij hebben we ook gekeken naar het aantal beschikbare mannelijke en vrouwelijke acteurs en hun individuele eigenschappen en kwaliteiten. Bovendien moest het uitvoerbaar zijn binnen de toneelaccommodatie in het Dorpshuis. Dus altijd een ingewikkelde keuze. Vanaf begin september is er wekelijks gerepeteerd om de voorstelling tot een succes te maken.”
Het blijspel speelt zich af in een nieuw bejaardenhuis in Heesbeen. Het tehuis is pas een week geleden geopend, vandaar dat alles nog niet loopt zoals het zou moeten. Martinus: “De centrale figuren in dit verhaal zijn Gerrit en Driekus, respectievelijk gespeeld door Theo Maas en Tonny van der Lee die allebei een ruime toneelervaring hebben. Gerrit heeft kort geleden zijn boerderij verkocht, is nooit getrouwd geweest, nors en bovendien gierig, terwijl hij over veel geld beschikt. Driekus is een oude arme landarbeider die zijn krot heeft verlaten en geniet van alle zorg en comfort in het tehuis. Hij is een beetje simpel, maar wel vrolijk.” Dan is er nog Miep: ze is oud, maar nog heel vitaal en doet alsof ze heel gebrekkig is in de hoop om in de watten te worden gelegd. Dan zijn er nog de directrice, zuster Thea en Harry de klusjesman, die meer klunst dan klust. Een kok is er nog niet; daar is men naarstig naar op zoek.”
Deze voorstelling werd gespeeld op zaterdag 16 en 23 januari, vrijdag 22 en29 januari en, gezien de grote belangstelling, een extra voorstelling op vrijdag 5 februari.

©2010 Dick Buskermolen